De moeder van een van de verdachten van de roof van zeven schilderijen uit de Rotterdamse Kunsthal is teruggekomen van haar bekentenis dat ze de kunstwerken heeft verbrand. De vrouw zou eerder hebben verklaard dat wel te hebben gedaan om haar zoon te beschermen.
Volgens Roemeense media heeft de vrouw, Olga Dogaru, maandag echter tegen een Roemeense rechter gezegd dat ze de schilderijen niet in haar kachel heeft verbrand. Haar advocaat zegt in een verklaring op televisie ook dat hij niet gelooft dat de schilderijen zijn verbrand.
Directeur van het Nationaal Historisch Museum van Roemenië Ernest Oberlander-Tarnoveanu gelooft de nieuwste verklaring van Dogaru niet. Medewerkers van zijn museum onderzoeken in de kachel van de vrouw gevonden asresten. In die as zouden onder meer een flinke hoeveelheid verf en spijkers zijn gevonden.
De vrouw zou eerder hebben verteld dat ze na de arrestatie van haar zoon in januari in paniek was en haar zoon wilde helpen. De kunstwerken begroef ze eerst in een verlaten huis en daarna op een begraafplaats in een Roemeens dorp. Later groef ze de schilderijen weer op. In februari zou ze de kunstwerken hebben verbrand, nadat de politie in het dorp was gaan zoeken naar de schilderijen.
In oktober vorig jaar werden zeven kunstwerken van onder anderen Pablo Picasso, Henri Matisse en Claude Monet ontvreemd. De schade wordt geschat op achttien miljoen euro.
Vorige week maakte het Roemeense OM bekend dat zes verdachten van de schilderijenroof uit de Rotterdamse Kunsthal officieel zijn aangeklaagd. Twee verdachten worden verdacht van het roven van de stukken, vier anderen wordt het doorverkopen van de doeken ten laste gelegd. In Nederland werd eerder een 19-jarige Roemeense vrouw opgepakt in de zaak. Zij is inmiddels weer op vrije voeten.